Vertrouwenspersoon en gedragsregels

1. Gedragsregels MHC Sint-Oedenrode


Inleiding


De kwaliteit van MHC Sint-Oedenrode is mede af te lezen aan de wijze waarop haar leden zich gedragen binnen MHC Sint-Oedenrode. Het bestuur heeft gemeend een aantal gedragsregels te moeten formuleren. Deze gedragsregels zijn helder geformuleerd en gelden als toetsingskader. Eigenlijk wordt geformuleerd wat voor de hand ligt, welk gedrag als wenselijk wordt beschouwd en als spiegelbeeld: welk gedrag als onwenselijk wordt beschouwd.


Algemeen


Ieder lid van de MHC Sint-Oedenrode dient zich binnen en buiten het speelveld op het eigen sportpark, dan wel het sportpark van een andere vereniging, te gedragen conform de algemeen geldende fatsoensregels. D.w.z. dat men respectvol omgaat met elkaar, met tegenstanders en iedereen die bij MHC Sint-Oedenrode betrokken is.


Specifieke gedragsregels


Ten aanzien van ons complex:


o   Zorg dat het schoon blijft. Deponeer afval in de daarvoor bestemde afvalbakken.

o   Zorg dat de velden na gebruik opgeruimd zijn. Coaches/trainers/aanvoerders en begeleiders zien hierop toe.

o   Zorg dat in- en uitgangen vrij blijven voor ambulances en brandweer.

o   Auto's, (brom)fietsen en scooters dienen op daarvoor bestemde plaatsen gestald te worden. 


Ten aanzien van onze kleedkamers/toiletruimtes:


o   Het gebruik van alcoholische dranken is in de kleedkamers/toiletruimtes niet toegestaan.

o   Roken is in de gebouwen van het complex niet toegestaan.

o   Afval (tape, bekertjes, etc.) dient in daarvoor bestemde afvalbakken te worden gedeponeerd.

o   De kleedkamers dienen altijd opgeruimd en (eventueel) afgesloten achtergelaten te worden, de douches dienen te worden uitgedraaid.

o   Coaches/trainers/aanvoerders, ouders en begeleiders zien hierop toe.


Ten aanzien van ons clubhuis:


o   Het is jeugd tot 18 jaar verboden alcoholische dranken te nuttigen.

o   's Zaterdags worden er geen alcoholische dranken geschonken.

o   Het nuttigen van zelf meegebrachte alcoholische dranken is niet toegestaan.

o   Zorg dat limonadekannen plus bekers na gebruik opgeruimd worden.

o   Aanwijzingen van het barpersoneel dienen altijd te worden opgevolgd.

o   Kapot glaswerk dient direct te worden opgeruimd.

o   Overmatig drankgebruik en wangedrag wordt niet getolereerd.

o   Het is uitsluitend met toestemming van het barpersoneel toegestaan u achter de bar te begeven.

o   De in- uitgangen dienen vrijgehouden te worden.


Ten aanzien van materiaalgebruik:


o   Wees zuinig op eigen spullen, de spullen van een ander en verenigingsspullen.

o   E.H.B.O.-spullen worden doelmatig gebruikt.

o   Het trainingsmateriaal dient na gebruik netjes te worden opgeborgen op de daarvoor bestemde plaats.


Ten aanzien van gesponsorde kleding voor Heren 1 / Dames 1:


o   De gesponsorde kleding blijft eigendom van MHC Sint-Oedenrode.

o   Een ieder is zuinig op de gesponsorde kleding.

o   Aan het eind van ieder seizoen dient alle sponsorkleding (gewassen) bij de coaches/managers te worden ingeleverd. Incomplete sets of kleding met gebreken worden in rekening gebracht.


Ten aanzien van het gedrag op en rond het veld:


o   Ongepast taalgebruik is niet toegestaan.

o   Aanwijzingen van de coach/trainer/aanvoerder dienen opgevolgd te worden.

o   De coach/trainer/aanvoerder corrigeert onjuist gedrag van spelers/speelsters en/of toeschouwers.

o   Hij/zij wijst ze erop en zet aan tot verandering. Indien gewenst bespreekt de coach/trainer/aanvoerder dit met de tuchtcommissie en het bestuur.

o   Als lid van MHC Sint-Oedenrode spreken we elkaar aan op ongepast taalgebruik of wangedrag.


Ten aanzien van ongewenste omgangsvormen en gedragingen:


o   Discriminatie, pesterijen, seksuele intimidatie, agressie en ongepaste omgangsvormen zijn gedragingen die wij bij MHC Sint-Oedenrode niet tolereren. Voor onze vereniging zijn respect, sportiviteit, integriteit en aangepast gedrag uiterst belangrijk. Specifiek voor seksuele intimidatie en grensoverschrijdend gedrag, is er een apart meldprotocol opgesteld. Zie hiervoor ook op de website van MHC Sint-Oedenrode.


Hoe om te gaan met de gedragsregels?


MHC Sint-Oedenrode hecht aan zelfregulering bij het bewaken van de discipline en sportiviteit van al haar leden en begeleiders, tijdens en rondom de wedstrijden. Dit is vooral in het belang van een sportief wedstrijd- en competitieverloop. Daarnaast bevordert het zowel de resultaten als het imago van MHC Sint-Oedenrode. In geval van wangedrag zal het bestuur passende maatregelen treffen.


Heb je aanvullingen of feedback op deze gedragscode, dan kan dat via een email aan [email protected]


2. Aannamebeleid vrijwilligers 


Inleiding 


Vrijwilligers zijn de basis onder onze vereniging. Zonder hun inzet, zou hockeyclub MHC Sint-Oedenrode niet kunnen bestaan. Als bestuur en namens alle leden, zijn we die vrijwilligers dan ook enorm dankbaar. Als bestuur hebben we besloten om een aannamebeleid voor vrijwilligers te definiëren, zodat een ieder daarop terug kan vallen en de spelregels helder zijn.


Ook vanuit de gemeente Meierijstad, is het stimuleren van een positief sportklimaat een van de actielijnen in de vastgestelde sportnota ‘Sportief in beweging’. In genoemde actielijn wordt ingezet op preventie en bestrijding van grensoverschrijdend gedrag in het verenigingsleven van Meierijstad. Hiermee beogen we de kracht van sport te versterken en excessen zoals seksuele intimidatie, discriminatie, agressie op of rond het veld of schending van andere gebruikelijke normen en waarden te voorkomen en tegen te gaan.


Een pleger van grensoverschrijdend gedrag herken je niet aan het uiterlijk. Vaak zijn het aardige en populaire mensen die zich binnen korte tijd onmisbaar weten te maken. Bekend is dat ze situaties opzoeken waarin ze makkelijk in contact komen met kwetsbaren zoals minderjarigen en mensen met een verstandelijke beperking. Daarbij maken ze gebruik van het vertrouwen van een organisatie. Een goed aannamebeleid kan ernstige problemen voorkomen. Door het hebben van aannamebeleid zullen mensen met verkeerde bedoelingen eerder afgeschrikt worden om binnen onze vereniging een functie te vervullen.


Hoe gaat het in zijn werk?


MHC Sint-Oedenrode zal de onderstaande stappen doorlopen met nieuwe vrijwilligers:


o   We houden een kennismakingsgesprek.

o   Er kan een referentie check gedaan worden; daarbij belt onze vereniging naar de club waar de vrijwilliger vandaan komt.

o   Voor álle trainers én coaches (van 16 jaar en ouder) van de jeugd- en miniteams, laten een VOG aanvragen en herhalen dat elke 3 jaar. 

o   We maken de begeleider bekend met de gedragsregels (zie hiervoor elders op de website van MHC Sint-Oedenrode).


Heb je aanvullingen of feedback op dit aannamebeleid, dan kan dat via een email aan [email protected] 


3. Meldprotocol voor seksuele intimidatie en grensoverschrijdend gedrag


Wat verstaan we onder seksuele intimidatie?


Machtsverschillen


De verantwoordelijkheid van de begeleider

‘Mag ik ze dan geen aai meer over hun bol geven?’

Hoe te handelen bij overschrijding van de regels?


Definities


De gedragsregels ter preventie van seksuele intimidatie in de sport

 

Wat verstaan we onder seksuele intimidatie?


Seksuele intimidatie is elke vorm van seksueel gedrag of seksuele toenadering, in verbale, non-verbale of fysieke zin, opzettelijk of onopzettelijk, die door de persoon die het ondergaat als ongewenst of gedwongen wordt ervaren.


Seksuele intimidatie kan voorkomen tussen sporters onderling, tussen kader onderling en tussen sporters en kader. Het is een breed begrip. Dubbelzinnige grapjes, onverwachte aanrakingen en pin-ups in de verzorgingsruimte kúnnen als intimiderend worden ervaren.


Ook ondubbelzinnige, strafbare vormen van seksueel misbruik, zoals aanranding en verkrachting, vallen onder seksuele intimidatie. Dergelijke vormen van seksuele intimidatie beginnen vaak met ‘onschuldige’ vormen van intimidatie.


Machtsverschillen


Seksuele intimidatie komt het meest voor in relaties waarbij sprake is van een machtsverschil. Dat machtsverschil kan te maken hebben met leeftijd (volwassene tegenover kind), positie (trainer tegenover sporter) of getal (groep tegenover eenling).


De verantwoordelijkheid van de begeleider

Naast een sportieve taak heeft een sportbegeleider ook een (weliswaar gedeelde) opvoedkundige opdracht. De begeleider is medeverantwoordelijk voor de veiligheid, de gezondheid en het welzijn van de (jonge) sporter en voor diens ontwikkeling naar zelfstandigheid. Daarbij moet de begeleider zelf de persoonlijke grenzen van de sporter respecteren en de grenzen van professioneel gedrag niet overschrijden. Ook moet een begeleider de sporter ondersteunen in het zelf stellen van grenzen naar anderen toe.


‘Mag ik ze dan geen aai meer over hun bol geven?’


De omgang tussen mensen en het lichamelijke contact bij het sporten laten zich niet tot in detail regelen. Dat is ook niet de bedoeling van de gedragsregels. Lichamelijk contact kan functioneel zijn en een ‘aai over de bol’ kan motiverend en prettig zijn. Aanrakingen en bijvoorbeeld het geven van complimentjes moeten in de sport geen taboe worden. De gedragsregels zijn richtlijnen voor de begeleider, waarmee seksuele intimidatie kan worden voorkomen. Ze geven de grenzen aan van het handelen. Ze fungeren als toetssteen voor het gedrag van begeleiders en sporters in concrete situaties. Ze nodigen uit tot nadenken en discussiëren over het eigen handelen en dat van anderen in de sportomgeving.


Hoe te handelen bij overschrijding van de regels?


Als je grensoverschrijdend gedrag signaleert, dien je maatregelen te nemen. Wat kun je doen?


o   De betreffende persoon op zijn gedrag aanspreken.

o   Het bevoegde gezag (bestuur MHC Sint-Oedenrode) inlichten (in overleg met het slachtoffer).

o   Een officiële klacht indienen bij het bestuur (in overleg met het slachtoffer).

o   Aangifte doen bij de politie (in overleg met het slachtoffer) indien er een strafbaar feit is gepleegd.

o   Het slachtoffer wijzen op het NOC*NSF meldpunt seksuele intimidatie in de sport en op de mogelijkheid van het krijgen van ondersteuning van de vertrouwenspersonen MHC Sint-Oedenrode of de NOC*NSF vertrouwenspersonen.


Definities


Onder ‘begeleider’ wordt in deze gedragsregels verstaan:


o   sporttechnisch kader (trainers, coaches, teammanagers);

o   sport organisatorisch en facilitair kader (leiders, begeleiders, wedstrijdfunctionarissen, onderhoudsmedewerkers enzovoort);


Bestuurlijk kader


Ook andere betrokkenen, zoals meehelpende familieleden, dienen de regels na te leven. Onder ‘sporter’ wordt in deze gedragsregels verstaan: zowel meisjes en jongens als vrouwen en mannen.


Onder ‘professioneel’ wordt in deze gedragsregels verstaan: de kwaliteit van het handelen, overeenkomstig de geldende standaard en opleiding (dus niet of er al dan niet wordt betaald voor de werkzaamheden).


De gedragsregels ter preventie van seksuele intimidatie in de sport:


1. De begeleider moet zorgen voor een omgeving en een sfeer waarbinnen de sporter zich veilig voelt (om te bewegen).

De sporter moet als mens worden gerespecteerd. Er mag geen onderscheid worden gemaakt naar of nadruk worden gelegd op godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht, nationaliteit, seksuele gerichtheid, culturele achtergrond, leeftijd, lichamelijke kenmerken of burgerlijke staat. Dat betekent dat de sporter zich zowel tijdens het sporten maar ook daarbuiten, bijvoorbeeld in de kleedruimtes, veilig moet voelen en het gevoel moet hebben dat hij zich – letterlijk – vrij kan bewegen.


2. De begeleider onthoudt zich ervan de sporter te bejegenen op een wijze die de sporter in zijn waardigheid aantast, én verder in het privéleven van de sporter door te dringen dan nodig is voor het gezamenlijk gestelde doel.

Hierbij gaat het erom dat de begeleider niet onnodig binnendringt in het privéleven van de sporter, bijvoorbeeld door er vragen over te stellen, afspraken te maken, contact op te nemen enzovoort.


3. De begeleider onthoudt zich van elke vorm van seksueel (machts)misbruik of seksuele intimidatie tegenover de sporter.

De begeleider mag zijn specifieke situatie en relatie niet gebruiken voor doeleinden ten eigen nutte die in strijd zijn met zijn verantwoordelijkheid voor de sporter of die de grenzen van de relatie overschrijden.


Grensoverschrijdend kan bijvoorbeeld zijn:


o   bevrediging van eigen seksuele en/of agressieve verlangens;

o   een seksueel/erotisch geladen sfeer scheppen;

o   de sporter op een niet-functionele wijze bekijken, waarbij de ogen gericht zijn op de geslachtskenmerken;

o   met seksueel gedrag ingaan op verliefde gevoelens, seksuele verlangens of fantasieën van de sporter;

o   vormen van aanranding;

o   exhibitioneren.


In de (professionele) relatie met de sporter kunnen bij beide gevoelens ontstaan die zich niet verhouden met de relatie tot het trainen, begeleiden en dergelijke. Deze gevoelens kunnen bijvoorbeeld zijn: verliefdheid, afkeer of agressie.


Beide partijen moeten alert zijn op deze gevoelens. De begeleider moet – zelfs als de sporter dat verlangt of daartoe uitnodigt – dan ook niet metterdaad ingaan op seksuele en/of al dan niet agressieve toenaderingspogingen, dan wel dergelijke toenaderingspogingen zelf ondernemen. Seksuele handelingen en (geforceerde) seksuele relaties tussen begeleider en sporter worden zeer sterk afgeraden.


Door partijen moeten zo snel mogelijk maatregelen worden genomen om te voorkomen dat deze ‘relatie’ zich in welke vorm dan ook ontwikkelt. Hierbij kan gedacht worden aan verbreking van één van de twee verhoudingen: de seksuele relatie of de begeleidingsrelatie.


4. Seksuele handelingen en seksuele relaties tussen de begeleider en de jeugdige sporter tot zestien jaar zijn onder geen beding geoorloofd en worden beschouwd als seksueel misbruik.


Tussen volwassenen en jeugdigen is sprake van een natuurlijk overwicht. Het natuurlijke overwicht van de ‘dader’ en angst voor de gevolgen maken het vele malen moeilijker om hem ‘lik op stuk’ te geven bij ongewenst gedrag.


Al dan niet jeugdige sporters die op het moment zelf wel positief staan tegenover seksueel contact, bijvoorbeeld omdat zij verliefd zijn op de begeleider, realiseren zich vaak pas achteraf dat bij het gebeurde vele vraagtekens zijn te plaatsen. Veelal blijkt dan dat hun eventuele instemming op dat moment niet ‘echt’ was.


5. De begeleider mag de sporter niet op een zodanige wijze aanraken dat de sporter en/of de begeleider deze aanraking naar redelijke verwachting als seksueel of erotisch van aard zal ervaren, zoals doorgaans het geval zal zijn bij het doelbewust (doen) aanraken van geslachtsdelen, billen en borsten.


Uitgangspunt is dat de sporter het als seksueel intimiderend ervaart. Dit kan bijvoorbeeld zijn:


o   bij begroeten of afscheid nemen te lang de hand vasthouden;

o   iemand naar je toe trekken om te kussen;

o   zich tegen de sporter aandrukken;

o   andere ongewenste aanrakingen.


De begeleider dient ervoor te zorgen dat daar waar lichamelijk contact noodzakelijk en functioneel is voor de sportbeoefening, dit contact of deze aanrakingen nooit verkeerd – in de zin van seksueel intimiderend – kan worden geïnterpreteerd.


6. De begeleider onthoudt zich van seksueel getinte verbale intimiteiten.


Hierbij kan worden gedacht aan:


o   seksueel getinte opmerkingen en insinuaties, zoals grove taal en schuine moppen, onder het mom van ‘dat moet kunnen’;

o   het stellen van niet-functionele vragen – vaak onnodig in detail – over het seksleven van de sporter, bijvoorbeeld over masturbatie, frequentie en vormen van vrijen.


7. De begeleider zal tijdens training(sstages), wedstrijden en reizen gereserveerd en met respect omgaan met de sporter en de ruimten waarin de sporter zich bevindt, zoals de kleedkamer of de hotelkamer.


Gereserveerd en met respect omgaan met de sporter betekent bijvoorbeeld dat:


o   de begeleider en de sporter bij voorkeur niet met z’n tweeën op reis gaan, maar met bijvoorbeeld een extra begeleider of meerdere sporters;

o   de begeleider en sporter in ieder geval niet op één kamer slapen;

o   de sporter bij voorkeur niet alleen thuis bij de begeleider wordt ontvangen.


Gereserveerd en met respect omgaan met de ruimtes waarin de sporter zich kan bevinden, betekent dat de sporter zich daar veilig moet voelen, zijn privacy gewaarborgd is en sociale controle niet is uitgesloten.


Hierbij kan onder andere worden gedacht aan:


o   niet zonder aankondiging de kleedkamer of de hotelkamer betreden;

o   de deur open laten staan na het binnentreden, tenzij duidelijk is dat beiden behoefte hebben aan een zekere privacy;

o   gesprekken dan wel overleg met de sporter niet in de kleedkamer of de hotelkamer houden, maar in een niet-intieme ruimte. Een uitzondering wordt uiteraard gemaakt voor het coachen tijdens wedstrijden; dan is het veelal noodzakelijk zich ergens rustig terug te trekken.


8. De begeleider heeft de plicht de sporter te beschermen tegen schade en (machts)misbruik als gevolg van seksuele intimidatie.


Daar waar bekend of geregeld is wie de belangen van de (jeugdige) sporter behartigt, is de begeleider verplicht met deze personen of instanties samen te werken opdat zij hun werk goed kunnen uitoefenen.


Binnen zijn mogelijkheden heeft de begeleider de verantwoordelijkheid voor de veiligheid en het welzijn van de sporter. De begeleider zal de daarvoor redelijke en noodzakelijke maatregelen moeten nemen ter voorkoming van lichamelijke en geestelijke schade en misbruik, veroorzaakt door seksuele intimidatie.


De begeleider zal moeten samenwerken met bijvoorbeeld jeugdconsulenten, vertrouwenspersonen of ouders of hen van informatie voorzien. De begeleider zal feiten van vertrouwelijke aard, aan hem toevertrouwd, te allen tijde dienen te respecteren. Er zullen slechts mededelingen aan derden worden gedaan – indien enigszins mogelijk in overleg met de sporter – wanneer de begeleider ervan overtuigd is dat de belangen van de sporter of zijn omgeving hiermee zullen zijn gediend.


9. De begeleider zal de sporter geen (im)materiële vergoedingen geven met de kennelijke bedoeling tegenprestaties te vragen.


De begeleider aanvaardt ook geen financiële beloning of geschenken van de sporter die in onevenredige verhouding staan tot de gebruikelijke dan wel afgesproken honorering Door vergoedingen dreigen de objectiviteit van het handelen en de onafhankelijke positie van de begeleider dan wel de sporter in het gedrang te komen. Hierdoor kan een voedingsbodem ontstaan voor seksuele intimidatie en seksueel misbruik.


10. De begeleider zal er actief op toezien dat deze regels door iedereen die betrokken is bij de sporter worden nageleefd.


Indien hij gedrag signaleert dat niet in overeenstemming is met deze regels zal hij de betreffende persoon daarop aanspreken. De begeleider heeft een voorbeeldfunctie. Hij zal maatregelen moeten nemen op het moment dat hij grensoverschrijdend gedrag constateert.


In eerste instantie dient hij de betreffende persoon erop aan te spreken. In tweede instantie het bevoegde gezag, dat wil zeggen het bestuur van een sportvereniging of sportbond of de directie daarvan. De sporter zal ook geholpen moeten worden. De begeleider kan hem bijvoorbeeld verwijzen naar een vertrouwenspersoon of hem helpen een klacht in te dienen.


11. In die gevallen waarin de gedragsregels niet (direct) voorzien, ligt het binnen de verantwoordelijkheid van de begeleider in de geest hiervan te handelen.


Dit betekent dat de begeleider ook alert moet zijn op gedragingen die niet direct seksueel intimiderend zijn, maar wel als grensoverschrijdend worden ervaren. Ook in dit geval dienen door hem passende maatregelen te worden genomen, zoals het aanspreken van de betreffende persoon.


Contact


Het NOC*NSF meldpunt seksuele intimidatie in de sport is dag en nacht bereikbaar, ook in het weekend en op feestdagen. Het nummer is 0900 – 202 55 90 (€ 0,10 per minuut).


Voor vragen over het beleid tegen seksuele intimidatie in de sport kunt u contact opnemen met: NOC*NSF Postbus 302 6800 AH Arnhem Tel.: 026-4834455.


Heb je aanvullingen of feedback op dit meldprotocol, dan kan dat via een email aan [email protected]

 

4. Vertrouwenscontactpersoon (VCP)


Inleiding


MHC Sint-Oedenrode vindt het belangrijk dat iedereen zich op de club thuis voelt en kan sporten in een veilige omgeving:


Plezier beleven in je sport, samen met je elftalgenoten, coach, trainer, scheidsrechters, mede-vrijwilligers, supporters langs de lijn en de gasten die wij op onze club ontvangen.


Je prettig en veilig voelen en jezelf kunnen zijn, in en om het clubhuis, ongeacht leeftijd, sekse of seksuele geaardheid.


Het bestuur hecht er grote waarde dat er binnen de vereniging iemand in de buurt is waar je terecht kunt in situaties die anders zijn dan hierboven omschreven. Daarom is ervoor gekozen om een Vertrouwens Contact Persoon (VCP) aan te stellen.


Vanaf 2020 is er een meldplicht voor bestuurders en begeleiders wanneer er een vermoeden van seksuele intimidatie of misbruik is. De VCP-er heeft geen meldplicht en gaat altijd vertrouwelijk met de informatie om, die zij krijgt. De VCP-er is onafhankelijk en zal het bestuur stimuleren het incident op te lossen en steeds te werken aan een veilig sportklimaat.


Rol Vertrouwenscontactpersoon (VCP)


Elk lid, ouder van een spelend lid, vrijwilliger of bestuurslid van onze vereniging die vragen heeft over of te maken heeft met grensoverschrijdend gedrag kan contact opnemen met onze vertrouwenscontactpersoon (VCP). Een VCP is in deze situaties het aanspreekpunt binnen MHC Sint-Oedenrode en biedt een luisterend oor, geeft raad en verwijst door voor geschikte hulp binnen de vereniging en/of het tucht- en strafrecht.


De VCP is op de hoogte van de mogelijkheden die er zijn om hulp te krijgen.


Daarnaast adviseert en stimuleert zij de vereniging om preventieve maatregelen te nemen ter voorkoming van grensoverschrijdend gedrag.


Onder ‘ongewenst gedrag’ valt onder andere:


o   Agressie en geweld

o   Seksuele intimidatie en ongewenste intimiteiten. De KNHB heeft op deze pagina uitgebreid beschreven wat de gedragsregels seksuele intimidatie zijn

o   Pesten en negeren

o   Discriminatie

o   Elke andere vorm van gedrag dat indruist tegen de geldende normen en waarden en/of de gedragsregels zoals deze gelden binnen MHC Sint-Oedenrode.

 

Werkwijze


Wanneer je de VCP belt of mailt, gaan we samen bekijken welke stappen ondernomen moeten worden. Samen bepalen we of je dit zelf doet of dat we daar hulp van derden bij inschakelen. Jij hebt hierbij de regie.


Wanneer iemand contact zoekt met een VCP, zorgt deze voor alle betrokkenen voor een veilige omgeving. De VCP gaat altijd vertrouwelijk om met de ontvangen informatie.


Contact


Heb je vragen, twijfels of signalen over pesten, (seksuele) intimidatie of machtsmisbruik, of heb je goede ideeën om MHC Sint-Oedenrode en haar leden een veilige sportomgeving te geven? Neem dan contact op via: [email protected]l


Share by: